Macabere taferelen in paradijselijke sferen; het heerlijke leven in Sulawesi

7 april 2013 - Manado, Indonesië

Doorgaans zijn we niet zo ontzettend gelukkig met onze ietwat schamele lengte. Met een dunne potloodstreep op de deurpost die helaas nooit verder is gekomen dan de bescheiden 1 meter 68 voelen we ons regelmatig wat aan de petieterige kant ten opzichte van de rest van Kikkerlandje. Een suikerpotje van de bovenste plank pakken, fatsoenlijk de ramen lappen of een fles wijn uit ons wijnrek scoren: ze vormen stuk voor stuk een crime in ons dagelijks bestaan. Doorgaans worden we daar dus niet fantastisch vrolijk van.
Maar nu we als ware budgetreizigers met onze knietjes tegen de stoel voor ons in een vliegmachien van Lion Air zitten geven we ons onderstel glimlachend een schouderklopje. Vijf centimeter erbij en een upgrade was een must. Hulde aan de korte beentjes!

Inmiddels zit ons kleine avontuur in Indonesië er alweer op en banen we ons op dit moment een weg langs tal van vliegvelden naar onze volgende bestemming: de Filippijnen. Van Manado naar Jakarta, van Jakarta naar Kuala Lumpur en van Kuala Lumpur naar Angeles City. Het duurt even, maar we komen er wel. Je moet er tenslotte iets voor over hebben om zo goedkoop mogelijk aan de overkant te komen.

De afgelopen weken in Indonesië waren heerlijk. Het landschap is prachtig, de mensen supervriendelijk en het eten… het eten is zo ontzettend lekker! Deed Sanne in de bloedhitte van Australië nog dagelijks buik- en beenspieroefeningen, gingen in Indonesië alle remmen los en bestond onze dagbesteding vooral uit slapen, eten, snorkelen, eten, drinken, eten en slapen.
Mie Goreng, Nasi Campur, Gado-Gado, Soto Ayam: namen van inmiddels dierbare vrienden die we voor altijd in ons hart hebben gesloten. Als volgevreten biggetjes met opgerekte maagjes – we zijn verbaasd dat we onze veters nog kunnen strikken - nemen we dan ook met weemoed afscheid van dit heerlijke land waar we zeker nog eens terug willen komen.

Na op Nusa Lembongan te zijn bijgekomen van onze eerste drie maanden vakantie (ja, we weten nog steeds hoe dit klinkt), hebben we nog een paar nachtjes genoten van een verblijf in Amed op Bali.
We worden uitgenodigd in een schattige homestay, waar we voor een fijne 130.000 rupiah per nacht (+/- 10 euro) met z’n tweetjes logeren. De verlegen Mardi, onze gastheer, is dolgelukkig met ons als gast in zijn gloednieuwe huisje op het strand achter zijn eigen huis en verwent ons dan ook vreselijk met een ontspannen verblijf en heerlijke ontbijtjes. Onze dagen beginnen hier goed. Terwijl we kijken hoe de lokale vissers hun vangst van de dag het strand op brengen, genieten wij van de zojuist vers gevangen en gerookte makreel, van een fijne bananenpannenkoek of van heerlijke gefrituurde banaan.
Na het ontbijt hoeven we onszelf alleen maar met de snorkelequipment naar de zee voor ons te slepen om te genieten van de prachtige onderwaterwereld.
Amed was heerlijk. Het is niet te toeristisch, een waar paradijs onder water en rijk aan - daar zijn ze weer - heerlijke en gezellige restaurantjes. Met een scootertje voor een paar dagen hebben we ons hier prima vermaakt voordat we onze trip naar het authentiekere Sulawesi zouden maken.

Dat Sulawesi een stukje authentieker zou worden blijkt al tijdens onze vlucht van Denpassar naar Manado. Nog voordat we ons goed en wel in onze stoelen hebben geïnstalleerd, zien we vanuit ons ooghoek een zwarte 8-potige nachtmerrie van monsterlijk formaat op het plafond onze kant op rennen en zich in een holletje boven ons hoofd verstoppen.
Daar hebben die lokalen dus helemaal niets van heh?! Nou, wij dus wel.
Het wordt een onrustige vlucht waarbij we om de beurten met onze ogen mogen knipperen terwijl we angstvallig onze blik op het holletje boven ons hoofd gefixeerd houden.

Manado is direct anders dan Bali. De stad zelf is niet de allermooiste van de wereld, maar op één of andere manier heeft het zo z’n charme. Het ruikt er naar een mix van de Indonesische keuken en de riolering en naast de vele mikrolets (kleine blauwe busjes), auto’s en scooters rijden er nog altijd authentieke bendi’s (een soort paardtaxi) door de straten.
Terwijl wij de stad te voet doorkruisen op zoek naar de lokale bezienswaardigheden, komen we er al snel achter dat wijzelf de topattractie van de stad zijn. Overal waar we langskomen wordt naar ons gezwaaid, getoeterd en ‘hello mister!’ of ‘I love you!’ geroepen. Meer Engels dan dat wordt er ook niet echt gesproken.
Sommige mensen willen met ons op de foto of drukken hun kind in ons gezicht in de hoop dat we hem of haar even willen aanraken of koetsjiekoetsjie willen doen. De eerste uren is het niet relaxed, maar zolang je vriendelijk blijft glimlachen is er niets aan de hand.

In Manado is verder niet ontzettend veel te zien. Na een bezoekje aan de oudste Boedhistische tempel van Indonesië, zijn we doorgelopen naar de hoofdstraat die bulkt van de restaurantjes, winkeltjes en megamalls.
De megamalls zijn echt een verhaal apart en Sanne’s grootste droom. Heel even werd de grootste angst van onze ouders werkelijkheid toen zij besloot hier voor altijd te blijven wonen. Tot Marc haar duidelijk maakte dat dat dus niet kan, in een winkelcentrum wonen…

Van Manado willen we met de bus naar Tomohon. Een kleine uitdaging aangezien alle mikrolets in hier alle mogelijke richtingen langs elkaar crossen en we geen idee hebben welke wij moeten hebben. Wat ook niet helpt is dat niemand Engels spreekt. We worden dan ook twee keer ergens afgezet waar we niet moeten zijn, maar even later komen we aan op het busstation en zitten we in de bus naar onze volgende bestemming.

Tomohon is een klein stadje, bekend om zijn bloemen (compleet met jaarlijkse bloemencorso!) en is de thuishaven van de Minahassa bevolking, bekend om zijn aparte eetgewoontes. Dat lezen we in de Lonely Planet en dat leren we de volgende dag op de lokale markt, die door de Lonely Planet liefkozend ‘Macabere markt’ wordt genoemd.
Naast kleurrijke bloemenstalletjes en fruitkraampjes liggen levende kippen kakelend op de grond om door potentiële kopers voor het avondmaal uitgezocht te worden. Loop je iets verder kom je langs viskramen met gigantische dode vissen die in de brandende zon liggen te zweten en tientallen soorten gedroogde visjes die enorm stinken. Steek je een straatje door kom je langs het vleesgedeelte. Links een tafel met bloederige varkenskoppenen, rechts de rest van het lichaam. Verderop staat een bench vol met jankende honden en op een tafel daarnaast worden hun zojuist koud gemaakte vriendjes zorgvuldig door de marktkoopman geroosterd en voor verkoop klaargelegd. Ook bosratten aan de spies, slangensushi en al het andere wat leeft wordt hier als voedsel aangeboden. We weten niet hoe snel we hier weg moeten komen en bidden en hopen dat we er niet bij hoeven te zijn als we volgende hond uit de bench wordt getrokken. Macabere taferelen in het paradijs, wie had dat gedacht?

Op Goede Vrijdag wagen we ons opnieuw aan het openbaar vervoer. Geen goede keuze. Het Christendom is hier gigantisch, dus zie maar eens rond Pasen een bus te pakken. Het gevolg is dat we ons met onze backpacks en rugtassen van mikrolet naar mikrolet moeten slepen en ons continu afvragen of we wel echt in Batuputih aan gaan komen. Als we het vermoeden hebben dat we er bijna zijn, worden we weer ergens op de hoek van de straat gedumpt met het gebaar dat we hier maar moeten wachten. Even later stopt er een man in een pick-up truck die ons duidelijk maakt dat hij ons wel naar het dorp kan brengen, dus nemen we, samen met wat locals, achter in de bak plaats en rijden we een flink stuk de bergen in.

Batuputih is de poort naar het Tangkoko natuurreservaat en onze reden om hier heen te gaan. We worden verwelkomt door de eigenaar van de Rangers homestay en omdat we deze accommodatie in Tomohon aangeraden hadden gekregen maken we een deal met de eigenaar en besluiten we hier te verblijven.
We willen heel graag een wandeling maken door het reservaat om de wilde dieren waaronder tarsiers, maqaques en hornbills te zien.
Omdat we de meeste kans hebben deze vroeg in de ochtend te zien maken we een afspraak met een gids voor de volgende ochtend om 04:00 uur.

Als onze wekker om half 4 gaat, komen we erachter dat de stroom is uitgevallen. We tasten dus de boel af op zoek naar onze zaklamp en terwijl Marc zijn ochtendplas doet – en Sanne met een zaklamp bijschijnt – ziet zij wederom vanuit haar ooghoek nachtmerrie nummer twee op de badkamervloer.

‘Ehh.. schat?!’
‘Ja?’ Gaap.
‘Ehh nee, niks. Plas eerst maar even uit..’
‘Ja, verdomme, wat is er? Waarom kijk je zo?’
‘Uhm… Achter je…’

Zo ging het dus ongeveer.
Een spraakwaterval aan creatieve scheldwoorden volgde en Sanne werd opgedragen de plaats des onheils met een zaklamp in de gaten te houden terwijl het brein van Marc op volle toeren werkte in de jacht naar een oplossing. No way dat we zo de deur uit konden, één van ons drieen zou sterven. Twee dikke Lonely Planets werden de lul en knapten het klusje met een harde klap voor ons op. Het zou daarna nog een aantal uur duren voordat we, gewapend met een grote stok, de stapel boeken weg durven te halen.

De wandeling door Tangkoko is fantastisch. In het donker door de jungle wandelen is voor ons wildelifelovers wellicht niet het meest geschikte plan, maar als we de eerste tarsier naar zijn boom terug zien jumpen worden we op slag verliefd. Wat een superschattige wezentjes!
In de uren erna zien we nog hornbills, een woodpecker, een kuskus (soort koala-achtige) en brengen we een bezoekje aan een schildpadden conservationprogram waar we even kunnen knuffelen met kleine babyschildpadjes.
De apen waren niet thuis en hoewel de die later de dag nog hadden konden zien, besluiten we ons verblijf in de Rangers homestay met een dag te verkorten en dezelfde dag al terug naar Manado te gaan om vanuit daar de boot te pakken naar Bunaken eiland. Het heeft iets te maken met de combinatie van uitgevallen stroom, een niet werkende douche en dito toilet, de overtuiging van beestjes in het matras en een geplette spin in de badkamer. Bovendien zou het de volgende dag Eerste Paasdag zijn, wat een tripje terug naar Manado nagenoeg onmogelijk zou maken.
We kiezen dit keer voor een de makkelijkere weg en laten ons per taxi naar Manado vervoeren. Hier veroveren we een plek op een boot die ons in een half uurtje naar het eiland brengt.

Bunaken is echt het einde van de wereld. Een klein eiland zonder auto’s, wegen en winkels. Alleen een stel resorts en een blauwe zee met een droom aan onderwaterleven. Bunaken staat in de top 10 van mooiste duiklocaties ter wereld en dus hebben ook wij ons weer aan de onderwaterwereld gewaagd. Een tikkie onzeker de eerste keer na twee jaar (iets met een Thaise zee-egel en Sanne’s rechterhand), maar wat een pracht en praal! We kunnen het wel uitschreeuwen van geluk als we onze eerste gigantische groene schildpad onder ons door zien zwemmen. Wat een prachtige wezens!
We verblijven in het Panorama Cottages resort, met budget hutjes aan het strand. Ook hier zaten drie maaltijden per dag bij de prijs inbegrepen, waar we gezamenlijk met de rest van de gasten van genoten. Zo hebben we veel andere mensen leren kennen en de nodige tips en tricks uit kunnen wisselen voor het vervolg van onze reis. Een echte aanrader voor mensen die denken aan een reisje naar Indonesië!

Omdat Marc de laatste dagen niet echt lekker was besloten we de laatste twee nachtjes even bij te tanken in het Novotel in Manado. Een schoon bed, een warme douche, een zwembad en een tv, een weldaad voor lichaam en geest. Hier hebben we ons een slag in de rondte geslapen, gedouched en gegeten voordat we aan ons reisproject naar de Filippijnen beginnen.

Indonesië zit erop, maar een nieuw avontuur doet alweer zijn opwachting.
We weten dat veel mensen ervan overtuigd waren dat we eerder thuis zouden komen en dat er vermoedelijk weddenschappen de ronde doen over hoe lang we dit vol zouden kunnen houden, maar op dit moment kunnen we ons niet voorstellen dat we ooit nog terug naar Nederland komen (geen paniek, we komen heus wel terug!). We genieten zo ontzettend. Het reizen door Azië geeft ons het echte reisgevoel, wat we (nu nog) heel erg leuk vinden.

We zijn weer benieuwd naar wat de Filippijnen allemaal voor ons in petto heeft.
Daarover de volgende keer meer!

Veel liefs,
Jullie rondreizende wildlifelovers,

Marc & Sanne

Foto’s

8 Reacties

  1. Spijkertjes:
    7 april 2013
    Heerlijk om te lezen!! Wat een avonturen weer, hilarisch!! Dikke kus
  2. Anshoreman:
    7 april 2013
    Goh wat een prachtig verhaal en dito fotoos,t lijkt wel uit zo'n reisgids.En van die spin (die was er vroeg bij)was ie erg harig ha ha .
    kan me voorstellen dat je je kapot schrikt van zo'n joekel.
    Nou Sanne alvast gefeliciteerd met je verjaardag (duurt nog wel even) maar weet dat dit in ieder geval aankomt. Geniet verder en een dikke knuffel for you two
  3. Bineke:
    7 april 2013
    Hahaha! Wat een verhaal weer, heerlijk. X
  4. Jose Spaan:
    7 april 2013
    Ik sluit mij aan bij de reactie heerlijk om te lezen want dat is het ook. Maar ik snap best dat Marc jaloers is (ik ook), wie wil dit nou niet. Misschien dat wij op onze ouwe dag de mooiste stukjes doen van jullie reis.

    Heel veel plezier verder.
    Met vriendelijke groet.
    Antoon
  5. Paul:
    7 april 2013
    Haha, mooi verhaal weer mensen maar ehhhh durf 's een keer van die spinnen angst af te komen he....hahahah! Ben benieuwd naar het volgende avontuur en kijk uit naar het verslag! Groetjes uit PLymouth
  6. Rogier vds:
    8 april 2013
    Heerlijk verhaal weer inderdaad! Moet ervan spinnen
  7. Toine Julia Sophie en Rogier:
    13 april 2013
    Hallo daar wereldreizigers,
    Wat een prachtige verhalen en dito spannende gebeurtenissen. Sophie griezelt lekker mee
  8. Rogier:
    13 april 2013
    Hè Globetrotters, Wat een leven! Iedere dag een nieuw avontuur. Leuk dat jullie zo enthousiast zijn over de Homestays maar heel af en toe een beetje luxe inplannen is ook wel lekker hè. Heel veel plezier op de Filipijnen. Maar pas op met die goedkope vluchtjes Lion Air. Geniet!!! X