Van stadsjungle naar bossendoolhof; het fantastische helse China

7 juli 2013 - Kuala Terengganu, Maleisië

Hoe laat is het eigenlijk? 19:00 uur. En hoe laat wordt het ook alweer donker?
De rotsen zijn glad en de helling is stijl. We proberen niet te vallen en glibberen richting het blauwe streepje op de GPS dat een rivier zou moeten zijn. Nummer één roept dat hij denkt dat ‘ie een pad heeft gevonden, dus volgen we zijn richting. Na vijf minuten juicht nummer drie dat er afval ligt en we op de goede weg moeten zijn. De GPS knikt bevestigend. Het paadje wordt een echt pad en dus lopen we door. Na een half uur weten we niet hoe blij we zijn met de vervallen houten omheining van het boerderijland links van ons en na nog een kwartier zien we een huis, een weg, een meisje en een hond.
Godzijdank, beschaving, we hebben het gered!

Het is allemaal wat dat China. Als we het in één woord zouden moeten omvatten, is ‘overweldigend’ wel gepast. De chaos zodra je één voet buiten de deur zet, de gigantische gebouwen die in slechts in een paar weken bouwklaar zijn, het vreemde eten (Nee, Babi Pangan staat hier écht niet op het menu!), het niet kunnen lezen, praten of begrijpen van het Chinese.. etc, etc.
Soms vinden we China geweldig. Vaker niet. Het wisselt. Zijn we uitgerust en goed gehumeurd; geen probleem. Hebben we net 22 uur in een stinkende trein gezeten met rochelende, schreeuwende, smakkende, slurpende, spugende en rokende Chinezen.. Mwoah.. dan vinden we China regelmatig een kutland, vol met smerige klotechinezen. 
Een beproeving is het zeker, maar ook een rijke ervaring voor de rest van ons leven. 

We maken weer heel wat mee in dit gigantische land.
We crossen treinreizend het land door met behulp van de fantastische infrastructuur. Prorail en NS, eat your heart out; de treinen rijden op tijd, treinen komen op tijd aan en de machinisten zijn zelden zoek.
Door de mega-afstanden duurt een gemiddeld treinreisje zo’n 20 uur, maar we nestelen ons zo goed en zo kwaad als het kan in onze hard-sleeper zodat we toch nog enigszins comfortabel een paar uurtjes slaap kunnen scoren. 

Tenzij de slaapplaatsen uitverkocht zijn en we 22 uur moeten zitten. Ook gebeurd. 

Van Chengdu reizen we naar Chonqing, waar de opstapplaats is voor onze 3-daagse cruise over de Jangtsekiang. 
Helaas. De cruise valt vreselijk tegen. We verwachten hier onze honger naar natuur te stillen, maar in plaats daarvan vervelen we ons kapot. Om de zoveel uur varen langs prachtige landschappen, maar dan liggen we weer zes uur in de haven omdat de hele boot dan steden en bezienswaardigheden bezoekt. Wij skippen die met liefde omdat we nu op een serieus beperkt budget moeten leven en ons geen entreekaartjes meer kunnen veroorloven. Bovendien hebben we ons aandeel in tempels en aanverwanten wel gehad. 

Na de cruise reizen we direct door naar Xi’an. Dit bevalt ons direct een stuk beter. Ook een grote stad, maar binnen de oude stadsmuren heerst een voor China verrassend gemoedelijke sfeer. Vanuit Xi’an bezoeken we natuurlijk het indrukwekkende Terracottaleger en genieten we van de historische plaatsen binnen de stadsmuren. 

Omdat we Xi’an erg leuk vinden, twijfelen of we onderweg naar Beijing niet een tussenstop willen maken in het eeuwenoude Pingyao. Vanwege onze beperkte tijd en de gigantische afstanden besluiten we toch direct door te gaan naar Beijing, dus die staat na 4 dagen Xi’an dan ook op het program. 

Beijing is… wauw! Niet wat we ervan verwacht hadden, maar China ten top zoals we het ervaren hebben. Denk je hier wat terug te vinden van het mytische, magische oude China heb je het mis en had je zo’n 2000 jaar eerder moeten zijn, maar toch heeft de chaotische stad waar maar liefst 20 miljoen mensen wonen zijn charme. We bezoeken natuurlijk het Plein van de Hemelse Vrede en de Verboden Stad en wagen ons uiteraard aan wat het hoogtepunt van onze tijd in China zou moeten worden; de Chinese Muur. Hoewel we ons goed voorbereid hebben voor dit hoogtepunt, lijkt werkelijk alles die dag anders te gaan dan gepland:

De wekker gaat takkevroeg, maar geen gemaar; als we de woorden van Mao moeten geloven worden we vandaag een echte man, want vandaag bedwingen we dé muur.
We moeten om 06:00 uur de trein hebben naar Gubeikou, het plaatsje dat we eerder uitzochten voor deze gelegenheid omdat die niet zo bekend is onder het toerisme en dus niet is vergeven van de mensen.
Het gaat al snel anders dan gepland…
Om te beginnen staan we om 05:00 uur op het verkeerde treinstation. Dat kan/wil de beambte pas na een half uur duidelijk maken en dus missen we onze trein. We haasten ons door de metrochaos naar een ander station waar we een kaartje scoren voor de eerstvolgende trein. Een retourtje Gubeikou kan niet, dus gaan we naar Hairou en fixen we vanaf daar wel weer vervoer verder.

In Hairou vragen we met handen, voeten en junglegeluiden wat de mogelijkheden zijn voor Gubeikou. We komen er niet uit, en roepen op het station de hulp in van een groepje andere toeristen waarvan er een aantal Chinees spreken. Gubeikou blijkt een uitdaging, maar als we naar de muur willen kunnen we ook naar het dichtbijgelegen Jaikou. We wikken en wegen en kiezen uiteindelijk dan toch voor het alternatief; Jaikou it is! We laten ons afzetten in het dorpje aan de voet. Het enige wat ons nog rest is een korte wandeling en dan kunnen onze murenavonturen beginnen!

En toch gaat het weer anders..
Na een half uur stijle zandpaadjes komen we de groep van het busstation tegen en sluiten bij hen aan. Het is een gezellige bonte verzameling van verschillende nationaliteiten, die allemaal tijdelijk in China werkzaam zijn of studeren. Sam heeft naar zijn genoegen zo’n beetje de leiding - hij heeft dit stuk tenslotte al many many times gedaan – en verzekert ons dat we er over 2,5 uur zo’n beetje wel zullen zijn. Tot zover ons idee van een korte wandeling…

De wandeling heeft een aantal verrassingen voor ons in petto; het rotsklimmen naast een enorme afgrond zonder touwen, de allergische reactie op haar medicijnen van één van de meisjes waardoor haar ogen nu compleet dichtzitten, de dichte mist waardoor we nauwelijks wat zien en de regen waardoor de paden glad en blubberig zijn.
Na een uur lopen weten we zeker dat dit waarschijnlijk het meest onverantwoorde is dat we ooit in ons leven zullen doen, maar door de gladheid is teruggaan over het stijle pad geen optie en ‘laten we maar bij die Sam blijven, die zal het wel weten en dan verdwalen we tenminste niet.’

Na ruim 3 uur lopen maken euforische gevoelens plaats in onze gepijnigde lichamen als we de eerste glimp van de muur opvangen. We staan op een ongerestaureerd deel van de grote muur wat extra jeux aan het geheel geeft. Hier eten we een broodje terwijl we door de dikke mist turen in de hoop een glimp te vangen van wat al die mooie foto’s en ansichtkaarten laten zien. Als een wolk verschuift zien we net een wachttoren tevoorschijn komen, maar verder zal het daar voor ons bij blijven.
Helaas voor ons, maar we staan potdikkie wel op dé muur, die we vanaf hier verder zullen volgen naar het gerestaureerde deel van Muytianyu.

En weer gaat het anders dan gepland...
Na een tijdje muurbedwingen moeten we even door de bush om onze tocht over de muur te kunnen vervolgen, als we tegen een probleem stuitten: we vinden de muur nooit meer terug. Na ongeveer anderhalf uur zijn we officieel verdwaald in het Chinese berglandschap.
We halen de GPS tevoorschijn en besluiten in de richting van ‘de rivier’ te lopen; het blauwe streepje op de kaart.
Zo lopen we nog zeker drie uur door en inmiddels beginnen we ons echt zorgen te maken en nemen we maatregelen. Zo zet in ieder geval de helft van de groep zijn telefoon uit om batterij te sparen en geven we elkaar cijfers omdat we elkaars naam niet goed weten. We moeten paden maken waar geen paden zijn en glijden en glibberen over de gladde rotsen en dikke pakken natte bladeren – over spinnen denken we maar even niet na.

In de uren dat we lopen vallen we allemaal wel een keer. We halen ons open aan doorns en takken, struikelen over stenen onder de bladeren en worden gebeten door steekvliegen. We vinden regelmatig het pad der verlossing, die steeds weer in het niets verdwijnt. Als we bereik hebben bellen we in elk geval onze chauffeur om te melden dat we officieel verdwaald zijn, maar aangezien het gauw donker wordt zijn we er bijna zeker van dat we de nacht hier gaan doorbrengen.
Net als we bijna besluiten ons kamp op te slaan op een vlak stuk, pakken we nog één kans en volgen we op goed geluk een vers ontdekt paadje. Godzijdank brengt deze ons na ruim 9 uur lopen net voor donker in een klein dorpje.
Godzijdank, we zijn er! 

Het halve dorp ligt op dit moment in katzwijm vanwege het overmatige gebruik van rijstewijn, en kijken verbaasd op als ze tien jonge buitenlanders onder de modder uit de bossen zien komen lopen. De alcoholwalmen dansen ons tegemoet. Hier gaan we niet iemand vinden die ons terug naar Beijing brengt. De chauffeur van de groep is ervandoor (die had dus écht geen zin om op ons te wachten) maar godzijdank is onze chauffeur ontzettend bezorgd en haalt ons, tegen een leuke deal, samen met zijn vrouw op om ons een lift naar Beijing te geven.

De volgende dagen sterven we van de spierpijn en zijn we allebei mega-verkouden. Het weerhoudt ons er echter niet van om nog een keer de muur te bezoeken. Dit keer op een toeristisch deel, maar helaas voor ons valt het door de dikke mist weer tegen.

We verlaten Beijing en vervolgen onze reis op goed geluk naar gokstad Macau in Zuid-China. Hier rusten we uit van onze avonturen en rouletten we er gestaag een dagbudget doorheen. Tegen alle verwachtingen in worden we er niet rijker van en druipen we rond middernacht weer af naar ons piepkleine kamertje in ons hostel.

Inmiddels zijn we dolgelukkig dat we China achter ons hebben gelaten. Na een tweetal aangename vluchten, een paar taxiritjes en een vaartochtje zitten we nu heerlijk op Kapas Island aan de oostkust van Maleisië. 
De Nederlandse eigenaren van ons resort waren in 2007 nog te zien in het AVRO programma Ik Vertrek, maar het verschrikkelijke Het Is Hier Fantastisch! zou hier ook niet misstaan. Even een volle week snorkelen, zonnen, kayakken en heerlijk eten; nog even volop (na)genieten voordat het er voor ons over een paar weken dan ook definitief op zit.

We worden al misselijk bij het idee, maar kijken stiekem ook uit naar het moment dat we onze backpack op een verlaten, donkere plaats alleen achter kunnen laten, want die zijn we wel echt heel erg zat.

En tenslotte blijft het toch waar; Oost, west, thuis, best.

Veel liefs vanuit Maleisië, Marc & Sanne

Foto’s

5 Reacties

  1. Anshoreman:
    7 juli 2013
    jee wat een spannend avontuur en.....jullie zien er nog goed uit na al die jungleverschrikkingen nou dit is een reis die je levenslang bij blijft
    Geniet nog van jullie laatste deel en dan Spanje. ik had t gisteren op tjarlies verjaardag er nog over dat t al een tijd geleden was dat we een verslag kregen, maar dat is me nu duidelijk .Nou t laatste maandje geniet kus ans
  2. Jose Spaan:
    7 juli 2013
    Ik heb weer genoten van het lezen van dit verhaal. Tijdens het lezen van de verhalen dacht ik "het lijkt mij leuk om dat ook allemaal te gaan doen". Nu weet ik beter en denk "toch maar niet alles doen". Ik wens jullie toe dat de rest van 't tripje gladjes verloopt.
    再见
  3. Paul:
    7 juli 2013
    Spannend verhaal hoor! Tot gauw lieve mensen! Kus van ons.
  4. Rogier:
    7 juli 2013
    Heerlijk verhaal! Heel terug komen want jullie worden gemist!
  5. Frank:
    8 juli 2013
    heerlijk afzien deze reis, onvergetelijk :) doe voorzichtig en tot snel! doen we een BBQ in mn nieuwe casa :) X